In the picture: legendes van het Kuipke

Lees hier over het succes van De Wilde en Sercu
Algemeen 28 oktober 2019

Net zoals iedere wedstrijd, draagt de Lotto Zesdaagse ook een rijke geschiedenis met zich mee. Spilfiguren hierin zijn pistiers Etienne De Wilde en Patrick Sercu. Deze mannen hebben ellenlange erelijsten en worden daarom als de legendes van het Kuipke beschouwd.

Etienne De Wilde

De Wilde was beroepswielrenner van 1980 tot 2001. Hij nam in totaal aan 197 zesdaagsen deel en heeft 38 overwinningen op zijn naam staan. Hiermee neemt hij een gedeelde zevende plaats in op de ranglijst van de beste pisterenners aller tijden. De Wilde behaalde op de Olympische Spelen in Sydney (2000) als koppelgenoot van Matthew Gilmore een zilveren medaille in het baanwielrennen op het nummer ploegkoers.

Vandaag zet de voormalige renner zich in voor het goede doel. In september 2018 trok hij samen met zijn suikerzieke dochter Berdien naar de Vogezen voor enkele bergritten ten voordele van Climbing for Life en de Diabetesliga. In het begin ging hij vooral mee omdat Berdien niet alleen zou moeten fietsen, maar na verloop van tijd engageerde hij zich meer en meer. Kortom, een persoon met een groot (wieler)hart!

 

Patrick Sercu

Wie Zesdaagse zegt, zegt Patrick Sercu. Maar ook de Giro en de Ronde van Frankrijk waren een succesvol jachtterrein voor de grootste baanrenner van vorige eeuw. Hij won 1206 (!) koersen, waarvan 168 op de weg. De fietsgenen had Patrick al mee, want hij kwam op 27 juni 1944 ter wereld als zoon van Albert ofBerten’ Sercu, ook een gerenommeerd wielrenner.

Patrick Sercu, vader van wielermanager Christope Sercu, reeg als amateur en prof wereldrecords op de baan aaneen. Opvallende overwinningen op de weg kwamen er tussen 1970 en 1977. Op de weg eindigde hij 287 keer in de top vijf. De sprintbom is een van de weinige Belgische wielrenners die olympisch goud pakte. In Tokio zegevierde hij in 1964 op de baan de kilometer met vliegende start. Daarna behaalde hij in dezelfde discipline nog twee keer goud (1967 en 1969) en twee keer zilver (1965 en 1968) tijdens de wereldkampioenschappen voor profs.

​​​​​​​Met Merckx won hij in 1965 zijn eerste zesdaagse, nota bene in het Kuipke van Gent, dat als het ware zijn privésportpaleis werd en waar hij met elf zeges recordhouder is. Sercu en Merckx reden uiteindelijk 27 zesdaagsen, waarvan er vijftien op hun naam staan.

Sercu won 13 etappes in de Giro en 6 etappes in de Tour. In de Tourrit Roubaix-Charleroi van 1977 zette de rassprinter een prestatie neer waarvoor hijzelf geen verklaring heeft. Van de 190 km reed hij er 176 in de aanval, om met meer dan zes minuten voorsprong als eerste binnen te rijden.

Sercu bleef na zijn rennerscarrière in het zesdaagsecircuit als directeur, uiteraard ook in het Kuipke. Waar hij vroeger de protagonist was in het pisteverhaal, zorgde de West-Vlaming erna achter de schermen voor de organisatie ervan. De legende is helaas in mei op 74-jarige leeftijd overleden. Hij is een icoon voor de Belgische wielersport en van de Gentse Zesdaagse in het bijzonder. En dat zien we in de praktijk terug: Sercu werd ereburger van de stad Izegem. Bovendien is de heropgebouwde wielerpiste in Rumbeke, waar hij de knepen van het vak leerde, naar hem vernoemd.